MICHAEL MESSER & CHAZ JANKEL – MOSTLY WE DRIVE

Artiest info
Website
facebook
label: Knife Edge Records

In 2006 leerden we tijdens Blues Peer de Britse slide gitarist MICHAEL MESSER kennen. Het optreden van Michael Messer & The Second Mind Band was toen, omdat hij draaitafels gebruikte, voor een “klassiek” blues festival als Blues Peer erg “vernieuwend”. De nu bijna 69-jarige Michael Messer uit Middlesex, Londen was toen géén nieuwkomer, want hij was al decennia als singer-songwriter, slide gitarist en vernieuwer van de blues en roots muziek actief in de scene. Als tiener speelde hij met zijn twee broers in lokale rock bands en rond zijn twintigste verhuisde hij tijdelijk naar Nashville (TN), waar hij enkele van zijn favoriete country artiesten (als Johnny Cash) zag optreden. In de “late” seventies keerde hij terug naar de UK, kocht een National steelgitaar en leerde hij blues in delta blues stijl spelen. In 1983 startte zijn samenwerking met ritme gitarist Ed Genis, die nog altijd voortduurt. In hetzelfde jaar ontmoette hij de Britse blues zanger Mike Cooper, met wie hij in 1984 als slide gitarist de studio introk voor Ian A. Anderson’s album, ‘The Continuous Preaching Blues’.

Michael debuteerde solo in 1988 met ‘Diving Duck’ en bracht in 1990 met The Michael Messer Band (opgericht in 1985 met als leden: Ed Genis: gitaar en zang, Andy Crowdy: bas en zang en Jeffro Robertson: drums) ‘Slidedance’ uit. In hetzelfde jaar werd hij tijdens de B.B.C. uitgeroepen als “Acoustic Blues Artist of the Year”. Met songwriter Terry Clarke & gitarist Jesse “Guitar” Taylor brengt hij in 1993 ‘Rhythm Oil’ uit. Johnny Cash die een grote fan was, schreef de liner notes van het album. ‘MOONbeat’ volgt in 1995 met een mix van wereldmuziek en blues. Nadat Messer in 2001 tekende bij Catfish Records, brachten ze een compilatiealbum uit van Messer's werk met de titel ‘King Guitar’ (2001). In 2005 tekende Messer bij Cooking Vinyl en bracht hij ‘Lucky Charms’ (2006) uit. In 2008 speelden Messer en Ed Genis 25 jaren als duo samen, wat ze met een gezamenlijke uitverkochte Britse tournee vierden. Bovendien werd Messer's eigen merk gitaren gelanceerd, de Michael Messer Blues en de Michael Messer Lightning resonator gitaren.

In 2013, ontmoette Messer in Mumbai Manish Pingle, een jonge getalenteerde, opkomende Indische Mohan veena gitarist, met wie hij altijd bevriend is gebleven. Op zoek naar een tabla muzikant komen ze via een vriend van Manish in contact met Gurdain Rayatt, die in Londen woont. Het trio trad voor het eerst samen op in Londen in de Troubadour Club in september 2013 als Michael Messer’s Mitra. Ze versmelten country blues met klassieke Hindoestaanse klassieke muziek. Hun debuutalbum, ‘Call of the Blues’, werd uitgebracht in februari 2016.

“Two of Britain's finest musicians recording together for the first time...”

Recent stond Michael Messer in de studio met de nu 71-jarige CHAZ JANKEL Jankel voor de opnames van ‘Mostly We Drive’. Chaz Jankel was eind seventies werkzaam als toetsenist, gitarist en songwriter bij Ian Dury & the Blockheads, waar hij o.a. met Dury het nummer “Sex and Drugs and Rock and Roll” schreef. Begin jaren tachtig begon Jankel een solocarrière. Zijn “Ai no Corrida” (1981) werd in de versie van Quincy Jones een internationaal succes. Jankel heeft 9 soloalbums op zijn naam staan en is daarnaast ook een productieve producer. Zijn muzikale neigingen gaan uit naar funk en soul.

Dat Jankel aan ‘Mostly We Drive’ meewerkte met Michael Messer komt voort uit het feit dat hij een van Messer's Resonator-gitaren cadeau heeft gekregen als cadeau voor zijn 70ste verjaardag. De twee begonnen toen te werken aan enkele ideeën die Jankel in petto had en een jam in Jankel's studio resulteerde in ruwe mixen waar het paar gedurende Covid aan kon werken. September 2021 was de eerste echte kans voor het paar om samen te gaan werken.

Als virtuoze slidegitarist en singer-songwriter heeft Michael Messer samen met multi-instrumentalist Chaz Jankel een opwindend en toegankelijk album gemaakt, met op de tracklist 11 originele nummers met boeiende grooves, subliem slidegitaarspel en tot nadenken zettende teksten, die de vergelijking met het beste werk uit hun carrière doorstaan. De kwaliteit van het spel is uitzonderlijk en het eindresultaat is top. Over de teksten schrijft Michael het volgende: “De teksten op dit album, hoewel door mij geschreven, zijn geïnspireerd door ideeën die van ons beiden kwamen terwijl we over allerlei dingen spraken, maar met thema's die vaak terugkeren naar de staat van onze wereld en hoe tijd zo kostbaar wordt naarmate we ouder worden...".

‘Mostly We Drive’ opent met “Runaway Train” waarin een monotoon stompende trein het ritme oplegt. Na het speelse country-getinte “Slow Down Billy” volgt er “Mostly We Drive”, de titelsong. Het heeft een walking blues-tempo, het tempo -aldus Michael- van het rijden van nu. Het duo slentert voort en de gitaren roepen beelden op van zowel rondtrekkende cowboys als Hawaïaanse hoela's: “One day we die, the rest we’re alive / Some days we walk, mostly we drive…”. Als een politieagent de verteller aan de kant zet, vraagt die zich af: “Willen ze mijn rijbewijs of mijn genetische code…”. Wellicht ligt het antwoord in “It Doesn’t Matter” vervat. De hypnotiserende en monotone blues van “I Have Seen the Light” roept herinneringen op aan Son House, Ry Cooder en Ry's voormalige werkgever Captain Beefheart. “Arcadia” is daarna het enige instrumentale nummer van het album. Het roept zowaar een relaxte zondagse rit door het landelijke Engeland op. Op “Music Brings Us Closer Together” kan je niet ontkennen, dat de beat die de bas oplegt en de ingehouden vrolijkheid je met het nodige sentiment aan die andere Britse rocker, Ian Dury doet denken. “Blues Maker”, “Bloodline” en “Visions of Hope” gaan nog resp. met iets van JJ Cale, met een delta-gevoel en hoopvol aan de afsluiter vooraf. Na op verschillende nummers te hebben gewaarschuwd voor de verwoestingen van het -volgens Michael- “business-as-usual-kapitalisme” en de daarmee gepaard gaande vernietiging van het milieu, leent het laatste -vat het samen als funky en veelzijdig pareltje- nummer, “Time Well Spent” zich voor een “echt” Rollin' & Tumblin'-riff, ons aansporend om...: "Besteed je tijd goed / In deze wereld die we aanschouwen / Het leven is zo kort en kostbaar / Wees warm voordat je het koud krijgt…". Wijze filosofische raad om mee af te sluiten en mee te nemen…

“’MOSTLY WE DRIVE’ is an exciting new collaboration between two seasoned blues legends: slide guitar virtuoso, blues innovator (+ favourite of Johnny Cash) MICHAEL MESSER & multi-instrumentalist songwriter CHAZ JANKEL (Ian Dury & The Blockheads) – A debut that stands out musically for its natural mastery!…”

Eric Schuurmans

 

 

‘MOSTLY WE DRIVE, w/CHAZ JANKEL’: tracklist: 01. Runaway Train – 02. Slow Down Billy – 03. Mostly We Drive – 04. It Doesn’t Matter – 05. I Have Seen the Light – 06. Arcadia – 07. Music Brings Us Closer Together – 08. Blues Maker - 09. Bloodline – 10. Visions of Hope – 11. Time Well Spent | Music: M. Messer & C. Jankel, lyrics: M. Messer | Produced by: M. Messer & C. Jankel | Credits: Michael Messer: vocs, slide, lap steel & rhythm guitar  / Chaz Jankel: guitar, keys, bass, drums, percussion, bvs / Ric Parnell: drums (5)

Discography MICHAEL MESSER: Mostly We Drive: w/Chaz Jankel [2024] |  Call the off the Blues, Michael Messer’s Mitra [2016] | National Avenue (re-release) [2012] | Live, w/Second Mind [2008] | Lucky Charms [2006] | Second Mind [2002] | King Guitar (compilation) [2001] | National Avenue [1996] | MOONbeat [1995| | Rhythm Oil, w/Terry Clarke & Jesse “Guitar” Taylor [1993] | Slidedance, w/Michael Messer Band [1990] | Diving Duck [1988] | CHAZ JANKEL: No. 1 [1985] |